Villatuinen, bouwkundige elementen, verharding en materialisering

Bij villatuinen spelen de verharding en materialisering een even grote rol als de beplanting. Karakteristiek voor deze tuinen is het gebruik van verschillende soorten steen en materialen. Verharding werd bij villatuinen niet alleen gebruikt om praktische redenen. Het esthetische motief was eveneens bepalend.

De villa’s liggen veelal iets hoger dan de omliggende tuinen. Om dit hoogteverschil op te vangen werd gebruik gemaakt van terrassen die met keermuurtjes werden omkaderd. Via trapjes waren de verschillende tuinniveaus bereikbaar. Met kaarsrechte paden werden zichtlijnen vanuit het huis naar de tuin benadrukt. De bouwkundige elementen die de keermuurtjes, pergola’s en paden samen vormden bepaalden een duidelijke structuur in de tuin.

‘Met kaarsrechte paden werden zichtlijnen vanuit het huis naar de tuin benadrukt’

De keermuurtjes waren gemetselde uitgevoerd als éénsteensmuurtjes afgewerkt met een rollaag. Ook stapelmuurtjes van natuursteen of keien komen voor. Soms werd enkel met een begroeid talud het niveauverschil opgelost. Trapjes waren uitgevoerd in metselwerk of met zogenaamde flagstones. De paden waren veelal verhard met zogenaamde flagstones in een grillige vorm of als rechthoekige platen. Gebakken klinkers en grind was ook een veelvoorkomende bestrating.

Flagstones
Flagstonepaden zijn een belangrijk karakteristiek voor de villatuin uit de twintigste eeuw. Kenmerkend aan deze stenen is dat elk een eigen grillige vorm kent. Naast een praktische functie hebben deze stapstenen, zoals ze in het Nederlands worden genoemd, dus vooral een esthetische functie in de tuin. Flagstonepaden geven de tuinen een eigenzinnig karakter doordat er verschillende patronen kunnen worden aangelegd. Daarmee zijn ze een kenmerkend en kostbaar detail voor de twintigste-eeuwse villatuin in Nederland.

Grind
Grind wordt vaak toegepast voor het bevorderen van de waterafvoer. Kuilen of verzakkingen in de paden worden hiermee weerhouden. Om het grind goed in te sluiten werd er gebruik gemaakt van gebakken klinkers, veldkeien of hardstenen kasseien.

Gebakken klinkers als sierlijk terras
Gebakken klinkers zijn een typisch Nederlands en nog steeds zeer geliefd product. De klinkers worden gemaakt van klei uit de klei-afzetting langs de vele Nederlandse rivieren. Door de handzame afmetingen en vorm konden de klinkers op allerlei manieren worden neergelegd. Voor loop- en rijpaden in een stevig halfsteensverband wat bestand is tegen zware belasting. Maar een terras als onderdeel van de villatuin, kon eenvoudig in allerlei sierlijke patronen (bijvoorbeeld keperverband of elleboogverband) gelegd worden en zo voor een verrassend effect zorgen. Erfgoedhoveniers passen dit type bestrating dan ook veelvuldig toe bij villatuinen. Binnen de Architectonische Stijl was het vaak gebruikelijk dat het materiaal van de klinkers overeenkwam met het materiaal dat gebruikt was voor het bouwen van een villa.

Houten vlonders
Vooral de laatste jaren kiezen tuineigenaren met een natuurlijke smaak voor vlonders op hun terras in plaats van steen. De overgang met het groen is daarmee zeker vloeiend; houten materialen passen immers mooi in het natuurlijke geheel.

Pergola’s en houtbewerking detaillering
De pergola is een kenmerkend element voor de historische villatuin. Het materiaalgebruik voor de pergola verschilt per land. Zo werd er in Italië veelal gebruik gemaakt van losliggende stenen, gepleisterd met kalksteen. In Engeland werd de traditie van het gebruik van pergola’s overgenomen en werden ze gebouwd met hout of steen. In Nederland bestaan de pergola’s meestal uit hout, metaal, baksteen of bevinden ze zich op gemetselde zuilen met betonnen fundering. Met name de pergola’s uit hout kennen vaak een bewerking van het materiaal waarbij er sprake is van een hoge mate van detaillering. Om deze reden heeft de pergola een hoge monumentale waarde in de historische villatuin.

Karakteristiek van materialisering
Gemetselde bouwelementen zijn een essentieel onderdeel van de architectonische villatuin. Zo worden er in de meeste historische villatuinen gemetselde keermuurtjes, trapjes of stapelmuurtjes toegepast. Al deze bouwelementen hebben hun eigen verschijningsvorm en karakteristiek. Dit karakteristiek komt onder andere duidelijk naar voren in villatuin De Bijenschans te Hilversum. Hier zijn verschillende gemetselde keermuurtjes en trapjes verwerkt in de tuin. Deze benadrukken tevens het hoogteverschil van de tuin en het hoger gelegen huis. Lage keermuurtjes creëren hier tevens een overgang tussen het terras en het glooiende gazon. Een ander voorbeeld is Huize Thea te Blaricum, hier zijn gemetselde trapjes gebruikt om de niveauverschillen te benadrukken en een eenheid te creëren tussen tuin en huis.

Zichtassen in de tuinen
Met behulp van gemetselde bouwelementen kunnen er bepaalde lijnen en hoogteverschillen extra worden benadrukt. In de architectonische villatuin is er vaak sprake van bepaalde zichtassen die al dan niet met bepaalde materialisering kunnen worden benadrukt. Zo is er meestal een strakke middenas aanwezig die de tuin rechtstreeks met het huis verbindt. Op deze middenas bevindt zich daarnaast een dwarsas. Assen in de tuin kunnen onder andere worden benadrukt met gemetselde bouwelementen maar ook met behulp van beplanting, zoals het geval is bij villatuin De Bijenschans in Hilversum. Hier worden de zichtassen in de tuin uitgelicht door middel van een invulling van taxuswolken. Met behulp van terrassen en niveauverschillen worden deze assen door vertaald in de tuin. De niveauverschillen worden weer opgevangen met taluds.

Toegevoegde waarde Erfgoedhoveniers
Bij een villa draait alles om het geheel. Aan de hand van de historie van de villa, het erfgoed en de omgeving bepalen Erfgoedhoveniers welke materiaal en indeling het meest geschikt is wanneer er sprake is van renovatie of onderhoud.

Een Erfgoedhovenier zal bij restauratie, renovatie of herinrichting altijd eerst de historische context schetsen. Hij zal deze toetsen aan de nieuwe situatie. Bij restauratie worden oude materialen zoveel mogelijk hergebruikt. Als er toch nieuwe materialen nodig zijn dan zal naar hetzelfde of gelijkend materiaal gezocht worden.

In het geval van renovatie kijkt een Erfgoedhovenier meer naar het toekomstig gebruik van de plek. Oude materialen krijgen dan vaak een moderne toepassing. Of oude en nieuwe materialen worden gecombineerd.

Behoud van historie
Bij restauratie en renovatie hanteert een Erfgoedhovenier altijd de volgende uitgangspunten. Behoud van:
• Historische wegen- en padenstructuur.
• Oorspronkelijke historische beeld, een goed verhardingsoppervlak en de gewenste lijnvoering.
• Aansluiting op bouwkundige elementen zoals trappen en paden of terrassen.
• Goede gebruikskwaliteit en toegankelijkheid, geen kuilen en verzakkingen, goede afwatering en schoon oppervlak.

Steen versus groen
Binnen de Architectonische Stijl was er sprake van veelvuldig gebruik van gemetselde elementen. Om deze harde lijnen in de tuin wat te verzachten, werden deze stenen elementen afgewisseld met uniforme bloem- en heesterborders. Het gebruik van gemengde borders waarbij er een combinatie werd gemaakt tussen vaste planten en heesterborders was grotendeels beïnvloed door ontwikkelingen binnen de Engelse tuinarchitectuur door onder meer de befaamde Engelse tuinarchitect Gertrude Jekyll (1843-1932) en Vita Sackville-West (1892-1962).

Een villatuin in Architectonische Stijl was daarnaast vaak opgedeeld in verschillende deeltuinen. Zo kon er bijvoorbeeld sprake zijn van een rosarium, een rotstuin of een nutstuin. Daarnaast bood de tuin ruimte voor sport en spel. Het platteland en de villatuinen boden de eigenaren een gezonde plek om te wonen. Om deze reden waren de tuinen vaak ook voorzien van bijvoorbeeld een zwembad of tennisbaan.